De klassieke tandheelkunde is erg gericht op het bestrijden van bacteriën op alle mogelijke manieren. Er worden een aantal stellingen aangenomen die nooit in vraag gesteld worden. Bij nader onderzoek blijken die niet altijd even gefundeerd te zijn. Vaak zijn de bewijzen flinterdun en zeker voor interpretatie vatbaar.
Vanuit een meer holistische benadering weet men dat er tal van andere factoren een rol spelen die fundamenteel aan de basis liggen van een ziektebeeld in de mond. Echte preventie houdt dus ook rekening met die andere factoren.
Zo zien we dat bij botafbraak de waarde van vit D3 vaak veel te laag ligt of dat er onvoldoende eiwitten en dierlijke vetten geconsumeerd worden. In onze maatschappij, waar vegetarisme en veganisme door de media sterk gepromoot wordt, wordt te weinig aandacht besteed aan het compenseren van deze rijke bron aan mineralen, vitaminen en eiwitten. Het is dan ook erg opvallend dat het juist deze mensen zijn die erg veel last hebben van botafbraak rond de tanden, ongeacht of ze nu veel of weinig poetsen.
Een ander voorbeeld is het feit dat kinderen of volwassenen met veel cariës in de voorste tanden vaak mondademhalers zijn. Het proces van afbraak komt door het uitdrogen van die tanden en niet door de aanwezigheid van welbepaalde bacteriën. Deze tanden zijn immers het makkelijkst bereikbaar en dus eenvoudig te poetsen. Bovendien zijn deze patiënten bovendien vaak erg begaan met hun tanden, maar kunnen ze deze afbraak niet tegenwerken. De oorzaak ligt immers niet bij een slecht poetsgedrag, alhoewel het wel zo lijkt. Door het uitdrogen van de tanden komt er een laag op de tanden te liggen (uitgedroogd speeksel) die een vuile indruk geeft. Patiënten hebben de grootste moeite om dit er af te poetsen. Dit samen met een dieet waar veel suikers in zitten veroorzaakt erg snel gaatjes.
Suiker in al zijn vormen is de grote boosdoener. De tekst over voeding gaat daar ook uitvoerig op in. Algemeen kan men zeggen dat niet het lokale effect, voor zover dat er is, van belang, maar wel het algemene effect. Suikers zijn de grote ziekmakers in onze maatschappij en veroorzaken op alle vlakken van onze gezondheid nefaste problemen. Het feit dat men overal ook nog suikers gaat toevoegen, zorgt er ook voor dat je als consument echt op zoek moet gaan naar pure grondstoffen om nog gezond te kunnen eten. Een uitdaging, maar niet onhaalbaar.
Men krijgt vaak de naam 'biologische' tandarts aangemeten, maar in het beroep van tandarts, zijn er weinig tot geen biologische materialen te bespeuren. Het is dan ook zaak om de minst schadelijke materialen te gaan uitzoeken om in de praktijk te gebruiken.
Om een goede en biocompatibele vulling te leggen, moet men op zoek gaan naar materiaal dat geen vrije monomeren bevat na uitharding. Op de markt zijn er momenteel slechts twee van zulke materialen beschikbaar. Saremco ELS en Admira. Beiden bevatten geen Bis-GMA, TEGMA of enig ander klassiek monomeer. Al het materiaal zit na uitharding 'vast' in de tand. Admira heeft als bijkomend voordeel dat het zo goed als volledig bestaat uit silicaatglas partikels, dat uiterst biocompatibel is.
Amalgaam is het materiaal dat zo'n 25 jaar geleden bijna uitsluitend werd gebruikt als vullingsmateriaal. Als studente tandheelkunde 30 jaar geleden werd het ons zelf verboden om ander materiaal te gebruiken tijdens onze opleiding. Gelukkig is dit snel veranderd, maar het gebruik van amalgaam wordt nog door verschillende tandartsen aanzien als niet schadelijk. Dit ondanks alle toxicologische rapporten. Men gaat ervan uit dat alle kwik in de vulling gebonden is en dat zij als zodanig geen schade kan berokkenen. Tijdens het leggen van de vulling of het verwijderen komen er sowieso kwikdampen vrij. Deze kunnen ingeademd worden. Kwikdampen zijn in uiterst kleine dosissen reeds giftig (300 microgram per kubieke meter voor het ongeboren kind). In gebonden toestand (uitgeharde vulling) zijn ze echter ook niet veilig. Metingen hebben aangetoond dat er kleine dosissen kwik uit de vullingen kunnen vrijkomen. Meestal zijn er geen aantoonbare acute gezondheidsklachten na de behandeling met amalgaam. Echter, op lange termijn zouden er wel lichamelijke klachten kunnen optreden. Vaak zijn dit klachten waar de artsen geen directe oorzaak voor kunnen vinden, als ze daar dan al naar op zoek zouden gaan. Doorgaans wordt in de allopathische (klassieke) geneeskunde enkel gedaan aan symptoombestrijding.
Europa is echter wel bewust geworden van de gevaren van kwik. De Raad van Europa heeft een verordening aangenomen om het gebruik van tandheelkundig amalgaam en de productie, import en export van andere kwikhoudende producten te verbieden. Het was al verboden om tandheelkundig amalgaam te gebruiken voor de behandeling van kinderen onder de 15 jaar en zwangere vrouwen of vrouwen die borstvoeding geven.Dit verbod wordt met ingang van 1 januari 2025 uitgebreid tot iedereen in de EU. Wanneer het gebruik van tandheelkundig amalgaam door de tandarts echter strikt noodzakelijk wordt geacht om te voldoen aan de specifieke medische behoeften van de patiënt, is dit nog wel toegestaan. Dit achterpoortje is een spijtige toevoeging omdat dit zeer subjectief is. Tot mijn grote ontzetting zag ik onlangs nog een kind van 10 jaar met meerdere amalgamen in mijn stoel belanden. Het mag duidelijk zijn dat er geen enkele specifiek medische behoefte is dat het gebruik van neurotoxisch materiaal verantwoord. De export van tandheelkundig amalgaam wordt met ingang van 1 januari 2025 verboden.Het verbod op de productie en import van tandheelkundig amalgaam in de EU gaat in op 1 juli 2026.
Om de amalgamen veilig te verwijderen moet een protocol gevolg worden om zo veilig mogelijk te werken om zowel de tandarts als de patiënt te beschermen. Het IAOMT heeft zo'n protocol opgesteld, maar ook dit is opgesteld door 1 of enkele tandartsen en ook dit is kritisch te bekijken. Elke tandarts die begaan is met de gezondheid van zijn patiënten en die van zichzelf, zou alles in het werk moeten stellen om zo veilig mogelijk te werken.
Ontzenuwingen hebben een erg slechte naam in de holistische tandheelkunde. De tanden zijn dood en zouden door het lichaam spontaan verwijderd worden, mochten wij niet tussenkomen (abcesvorming = botverlies). Men kan de tand 'redden' indien gewenst, mits een ontzenuwing. Maar hier is geen garantie op.
Kan een lichaam zo'n tand nog verdragen en is dit wel een goed idee? Ieder mens is verschillend en elk mens heeft zijn potje 'helingscapaciteit'. Dit kan een groot of klein potje zijn, dat meer of minder gevuld is. Afhankelijk van dit potje, zal het goed gaan met de ontzenuwde tand of net niet. Wat je vandaag kan verdragen, kan morgen net de druppel zijn die teveel is.
Er zijn wel manieren om uit te testen of te meten of de ontzenuwde tand daadwerkelijk een probleem vormt en indien de tand daadwerkelijk een probleem is, dan is extractie de enige uitweg. De uiteindelijke beslissing om wel of niet te ontzenuwen, hangt dus vooral af van de tand en de situatie zelf en tenslotte van wat de patiënt wil.
Beslist men toch tot een kanaalbehandeling (=ontzenuwing) over te gaan, moet men zo biologisch mogelijk te werk gaan en de minst irriterende producten gebruiken.
Als holistische tandarts wil je zo weinig mogelijk metaal in de mond. Een klassiek implantaat is van titanium gemaakt. Men stelt dat men puur titanium gebruikt, doch deze pure vorm heeft toch sporen van nikkel in zich en zelfs ijzer. Nikkel is een de metalen dat bij uitstek het meeste problemen geeft met allergieën. Beter is een zirkonium implantaat te gebruiken. Dit komt in de natuur voor als het mineraal baddeleyiet en wordt via een chemisch proces gezuiverd.
Het argument om geen zirkonium te gebruiken, is dat het minder sterk is dan titanium, wat absoluut niet waar is. Het materiaal dat gebruikt wordt voor kronen is een zwakker materiaal dan dat voor de implantaten, vandaar dat dit verhaal haar eigen leven is gaan leiden. Voor zirkonium implantaten moet het bot echter heel gezond zijn. Indien niet alles in topconditie is, groeit het implantaat niet in. Maar in die gevallen kan men eigenlijk zonder enig verlies van bot of andere structuren opnieuw herbeginnen. Dit in tegenstelling tot titanium implantaten. Het titanium implantaat 'groeit' vast omdat er een inkapseling gebeurd vanuit het lichaam. Dit ziet het titanium implant als vreemd en zal het door bot omkapselen. Wanneer er zich echter iets voordoet waardoor de belasting voor het lichaam te groot is, kan het bot beginnen afbreken rond het titanium implantaat. Doorgaans na 5 tot 10 jaar. Dit noemt men peri-implantitis. De kans dat je dit implant op langere termijn kan behouden is niet zo groot. Peri-implantitis komt niet voor bij zirkonium implantaten.
Ik krijg de laatste jaren erg vaak de vraag naar het soort verdovingsmiddel dat gebruikt wordt. Er doen nogal wat filmpjes op het internet de ronde over wat er in die verdovingsmiddelen zit. Vooral de mensen die bewuster bezig zijn met alle gifstoffen die ongewild in hun lichaam terecht komen, zijn hier erg alert over. Ongeacht of de claims al dan niet bewezen zijn, is het verdovingsmiddel waar men over spreekt wel een van de meest gebruikte bij tandartsen, namelijk articaïne.
Articaïne kan men echter bij een heleboel mensen niet gebruiken omdat zij risico hebben op een nevenwerking. Dit zijn onder andere mensen met hartkwalen, epilepsie, hoge bloeddruk, glaucoom, diabetes, ....
Lidocaïne is een veiliger middel met veel minder risico's op complicaties, maar het blijft natuurlijk een medicijn en kan nevenwerkingen hebben. Bij de lidocaïne wordt altijd adrenaline toegevoegd. Dit omdat het langer werkt door het samentrekken van de bloedvaten. Indien men de adrenaline wilt vermijden, moet men overgaan op mepivacaïne. Hiervan zijn de nevenwerkingen nog beperkter, maar mensen met hartlijden en epilepsie moeten altijd voorzichtig blijven en meerdere dosissen zijn niet aangewezen.
Algemeen zijn tandartsen zich wel bewust van de impact van hun handelen op de algemene gezondheid, doch ze onderschatten het in het algemeen. Het blijft beperkt tot bacteriën die van de tand naar een orgaan zouden kunnen gaan. Bechamps en Naessens hebben echter aangetoond dat er in het lichaam constant 'precursoren' aanwezig zijn die ten allen tijde zich kunnen omvormen tot bacteriën, mocht dit nodig zijn. De zogenaamde microzyma. De omstandigheden bepalen of dit al dan niet gebeurd. Bacteriën hebben slechts 1 taak en dit is vertering. Het kan zijn dat bij die 'vertering' (bij)producten ontstaan die giftig zijn, maar het is het beginproduct dat de oorzaak van de problemen is. Bacteriën spelen slechts een secundaire rol.
Parodontitis, of de afbraak van het bot rond de tanden, is een veel voorkomend probleem in onze maatschappij. De traditionele tandheelkunde, legt ook hier weer de oorzaak bij de bacteriën. Het probleem is echter veel complexer dan dat. Niet alleen onze voeding, maar ook onze emotionele toestand, spelen hier een erg belangrijke rol. Alles beïnvloedt ook elkaar.
Een behandeling zal dus ook enkel slagen indien men alles aanpakt. De tandwortels zijn bedekt met tandsteen en dit moet weggehaald worden om een optimale genezing te krijgen. Maar het tandsteen op zich is niet de oorzaak van de problemen. Dit ontstaat omdat de bloedpH te zuur is. Als reactie gaat het lichaam deze pH-waarde trachten te herstellen en zo komt er teveel calcium in ons bloed. Ook dat moet verwijderd worden en een van de manieren is via het speeksel. Dit calcium 'slaat' tegen de tanden en vormt dus het tandsteen.
Naast reiniging moeten ook alle nodige vitamines, eiwitten en mineralen aanwezig zijn in het lichaam om het bot daadwerkelijk te kunnen opbouwen. Zonder die noodzakelijke bouwstoffen gebeurd er niet zo veel op langere termijn. Ook de bijkomende belasting van bv alcohol, vapen, roken, .... gaat dit proces negatief beïnvloeden.
Daarnaast speelt het emotionele aspect ook een rol. Mensen die onder veel stress leven, gaan minder efficiënt de bouwstoffen opnemen. Bijkomend moet men de beet controleren want ook die kan botafbraak veroorzaken op specifieke tanden.
Het is dus zaak om al deze dingen tegelijkertijd te behandelen. Men kan onmogelijk verwachten dat men hetzelfde resultaat gaat bekomen indien men slechts 1 van de behandelingen gaat doen. Het is dus een alles of niets spel.
Bijkomend kan men het helingsproces gaan ondersteunen met mondspoeling, zoals BlueM of homeopathie.
In de neuraaltherapie gaat men met behulp van procaïne het evenwicht terug trachten te herstellen tussen het sympathisch en het parasympathisch systeem. In ons lichaam zijn er twee grote neurale systemen. Het sympathisch systeem staat voor de 'fight or flight' modus. Dus alles wat we nodig hebben om te vluchten of om te vechten. De adrenaline gaat de lucht in en ons lichaam staat in stress-modus.
Het parasymphatisch systeem staat voor rust. Enkel in die status kan ons lichaam ontspannen en is er ruimte voor heling.
Procaïne geeft onder andere een verhoging van de doorbloeding, het openzetten van de lymphevaten en zal ontspanning induceren van de spieren. Vermits alle tanden energetisch (Chinese geneeskunde) gelinkt zijn aan de rest van het lichaam zal men aldus ook kunnen testen of een tand bijvoorbeeld de oorzakelijke storing is op deze baan. Maar anderzijds kan neuraaltherapie ook ingezet worden voor de behandeling van kaakgewrichtsproblemen, sinusitis, migraine, ...